Recente veranderingen aan het mobiliteitsbudget! Vanaf 2024 gaan er verplichte TCO formules de ronde. Lees er alles over in onze blogpost.
Mobiliteitsbudget: nieuwe TCO-formules vanaf 01/01/2024
Bij Payflip is de flexibele loonrevolutie aan de gang! En als we het over flexibele verloning hebben, mogen we het mobiliteitsbudget niet over het hoofd zien. Het mobiliteitsbudget biedt een vernieuwende aanpak voor de verloning van werknemers, waarbij mobiliteit op een transparante manier wordt geïntegreerd in de loonstructuur.
Het Koninklijk Besluit van 10/09/2023 definieerde de 2 methodes voor de berekening van het bedrag van het mobiliteitsbudget, of TCO, van toepassing vanaf 01/01/2024. Vandaag duiken we in de nieuwe wateren van het werklandschap en verkennen we deze (her)gedefinieerde TCO-berekeningsformules.
Het mobiliteitsbudget bepalen: de TCO
Het mobiliteitsbudget wordt bepaald op basis van de TCO (Total Cost of Ownership), die overeenkomt met de bruto jaarlijkse kosten van een auto voor de werkgever. De TCO omvat de kosten van de auto, maar ook een reeks factoren en uitgaven zoals het model, uitgaven die niet zijn toegestaan voor de vennootschapsbelasting, niet-terugvorderbare btw en brandstof-/energieverbruik.
De wet bepaalde al dat het mobiliteitsbudget of de TCO op twee manieren kon worden berekend:
Op basis van de werkelijke kosten van de auto van de zaak
Op basis van forfaitaire kosten
Tot voor kort was er echter geen concrete formule beschikbaar, maar dankzij het Koninklijk Besluit van 10 september 2023 zijn deze formules nu gedefinieerd.
1. Werkelijke kostenformule
Deze formule maakt het mogelijk om de werkelijke kosten te evalueren van de auto die aan een werknemer is toegewezen gedurende de laatste 4 jaar dat hij hem heeft gebruikt (of zo lang mogelijk als hij hem minder dan 4 jaar heeft gebruikt).
In deze formule wordt de TCO samengesteld uit alle werkelijke kosten die de werkgever maakt om een bedrijfswagen te financieren, evenals de gerelateerde kosten die worden vermeld in de car policy. Als de kosten niet in deze polis zijn opgenomen, kunnen ze niet in aanmerking worden genomen.
Er is een volledige lijst van deze werkelijke kosten:
jaarlijkse afschrijving van 20% van de kostprijs van de milieuvriendelijke bedrijfswagen, rekening houdend met gefactureerde opties en accessoires en toegestane kortingen ;
intresten op geleend kapitaal ;
huur- of leasekosten ;
brandstof- en elektriciteitskosten;
administratiekosten voor de tankkaart of het elektrisch laadsysteem;
jaarlijkse afschrijving van 20% van de kosten van het oplaadpunt en de installatie ervan;
onderhouds- en reparatiekosten voor het oplaadpunt
beheerkosten voor het oplaadpunt en de oplaadkabel;
tolheffingen ;
carwash -, parkeer- en garagekosten;
kosten van een vervangwagen;
rijklaarmaakkosten van het voertuig;
kosten voor het vervangen, verwisselen en opslaan van banden;
taxatiekosten wanneer het voertuig wordt ingeleverd aan het einde van het contract of bij verandering van bestuurder;
reparatiekosten die worden geïnventariseerd wanneer het voertuig aan het einde van het contract wordt ingeleverd;
verzekeringskosten (inclusief eigen risico) ;
technische keuringen;
servicemanagement kosten ;
belasting op de inverkeersstelling ;
verkeersbelasting ;
CO2-solidariteitsbijdrage van de werkgever aan de RSZ;
niet-terugvorderbare BTW op alle bovenstaande posten;
vennootschapsbelasting op het niet-aftrekbare deel van de bovenstaande posten;
vennootschapsbelasting op het deel van het voordeel van alle aard dat een verworpen uitgave vormt.
We hebben in blauw welke in de praktijk het meest worden gebruikt.
2. Forfaitaire waardenformule
Voor medewerkers die (nog) geen bedrijfswagen hebben en dus geen bestaande auto opgeven (nieuwe aanstelling, promotie of functiewijziging) wordt altijd de forfaitaire formule gehanteerd.
Als voor deze formule wordt gekozen, moet dit expliciet worden vermeld in de car policy en de policy rond het mobiliteitsbudget.
Bij deze tweede formule is de specifieke berekening afhankelijk van het type contract rond de bedrijfswagen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen :
Gehuurde of geleasede bedrijfswagens
Bedrijfswagens in eigendom of financiële lease
In beide gevallen bestaat de TCO uit een vaste en een variabele component. De vaste component varieert naargelang het type contract, terwijl de variabele component hetzelfde blijft:
Bedrijfswagens in lease of operationele huur | Bedrijfswagens in eigendom of financiële lease | |
Vaste component | Jaarlijkse huur- of leasekosten + gemiddelde jaarlijkse kosten van alle uitgaven die niet in het huur- of leasingcontract zijn opgenomen (en in de autopolis zijn inbegrepen)* + niet-terugvorderbare btw + vennootschapsbelasting op niet-aftrekbare autokosten + CO2-solidariteitsbijdrage betaald door de werkgever. | Cataloguswaarde van het voertuig (inclusief belasting op het niet-aftrekbare deel van de cataloguswaarde) x 25% + CO2-solidariteitsbijdrage betaald door de werkgever |
Variabele component | (6.000 + woon-werkafstand x 2 x 200) x brandstofverbruikskosten per kilometer, op voorwaarde dat de brandstofkosten niet inbegrepen zijn in de jaarlijkse huur- of aankoopkosten. |
* Bijvoorbeeld: brandstofkosten, extra verzekeringskosten, garagekosten, parkeerkosten, carwashkosten, enz.
In de praktijk heeft Payflip gemerkt dat de forfaitaire methode voor het leasen van bedrijfswagens het meest wordt gebruikt. Deze methode is eenvoudig te implementeren en zeer transparant voor werknemers.
Wil je graag meteen aan de slag? Download onze TCO-calculator.
Enkele principes
De gekozen formule om de TCO te berekenen is 3 jaar geldig. Na deze periode kun je besluiten om de formule te wijzigen, maar dit heeft alleen gevolgen voor nieuwkomers.
Dezelfde formule, reëel of forfaitair, moet worden toegepast op alle werknemers in het bedrijf. Werkgevers kunnen niet "à la carte" kiezen tussen de 2 berekeningsmethoden en voor elk van hun werknemers de meest voordelige situatie kiezen.
De werkgever kan wel kiezen voor verschillende methodes om het bedrag van het mobiliteitsbudget en het bedrag van de uitgaven onder pijler 1 te berekenen. Het eerste bedrag wordt bijvoorbeeld berekend op basis van de forfaitaire methode en het tweede op basis van de werkelijke methode. Deze logica moet vervolgens worden toegepast op alle werknemers in het bedrijf.
Het mobiliteitsbudget is een jaarlijks budget dat aan de werknemer wordt toegekend op basis van het aantal kalenderdagen waarop de werknemer gedurende het kalenderjaar heeft deelgenomen aan het mobiliteitsbudgetsysteem, ongeacht de gekozen methode. Wettelijk mag het minimumbudget niet lager zijn dan 3.055 euro en 16.293 euro (geïndexeerde bedragen voor 2024).
De TCO kan worden berekend per persoon afzonderlijk of per categorie van werknemers, die vervolgens wordt gebaseerd op een referentievoertuig voor alle werknemers in een bepaalde categorie.
Deze nieuwe formules zijn van toepassing vanaf 01/01/2024 voor nieuwe werknemers die in het mobiliteitsbudget systeem stappen. Medewerkers die voor deze datum al gebruik maakten van het mobiliteitsbudget mogen de TCO behouden die al voor hen berekend was (tenzij ze promotie maken of van functie veranderen).
Maak het je gemakkelijk via Payflip!
De recent gepubliceerde TCO formules zijn een verademing voor elke werkgever die het bos door de bomen niet meer zag. Al blijft de materie wel complex. Daarom ondersteunde Payflip reeds honderden bedrijven met de invoering van het mobiliteitsbudget, als deel van een flexibel loonbeleid. De software van Payflip doet perfect dienst als de wettelijk verplichte mobiliteitsrekening én de Payflip experten begeleiden ondernemingen in klare taal door het doolhof van mobiliteitsbudget regels.
Meer weten over onze flex reward services? Boek vrijblijvend een virtuele babbel hier of download ons mobiliteitsbudget e-book hier voor concrete tips rond de invoering van een mobiliteitsbudget.