Het mobiliteitsbudget is hét alternatief voor de bedrijfswagen.
Werknemers en werkgevers die voor het mobiliteitsbudget kiezen, kunnen het volledige budget dat normaal door de werkgever zou worden besteed aan een bedrijfswagen, spenderen aan andere, milieuvriendelijke opties van mobiliteit.
Voor werkgevers is de invoering van het mobiliteitsbudget een budgetneutrale operatie.
Hoe groot is het budget?
Het mobiliteitsbudget is gelijk aan de totale jaarlijkse kostprijs die de werkgever heeft om een bepaalde bedrijfswagen ter beschikking te stellen. Dit wordt de ‘TCO’ of ‘Total Cost of Ownership’ genoemd. In deze blog lees je hoe je de Total Cost of Ownership kan berekenen.
Aan wat kunnen werknemers het budget spenderen?
Het mobiliteitsbudget kan gespendeerd worden binnen 3 pijlers. Noteer dat je als werkgever zelf kiest welke mobiliteitsoplossingen je wil aanbieden aan je werknemers.
(lees verder onder de afbeelding)
Pijler 1: milieuvriendelijke wagen
In de praktijk de optie die het minst gekozen wordt door werknemers en werkgevers. Binnen deze pijler kan de werknemer kiezen voor een goedkopere, elektrische of milieuvriendelijke wagen. Het budget dat overschiet kan de werknemer vervolgens spenderen aan pijler 2 en 3.
Deze pijler biedt een oplossing voor werknemers die minder belang hechten aan de klasse van de wagen, maar nog steeds nood hebben aan een wagen om zich te verplaatsen.
Een milieuvriendelijke wagen heeft concreet (cijfers voor 2021):
- een CO2 uitstoot van maximum 95 gr/km, en
- een elektrische batterij met een energiecapaciteit van 0,5 kWh per 100 kg wagengewicht
Pijler 2: duurzame vervoersmiddelen
Binnen deze pijler kan de werknemer kiezen voor een hele reeks duurzame vervoermiddelen, zoals:
- de aankoop of huur van een (elektrische) (brom)fiets;
- abonnementen voor het openbaar vervoer (ook voor gezinsleden);
- parkeergelden voor het gebruik van het openbaar vervoer;
- deelauto’s, -steps,...;
- internationale treintickets (ook voor gezinsleden);
- huren van een wagen (in binnen- en buitenland);
- huisvestingskosten (huurgelden, kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen en de interesten);
- ...
Tip: Werknemers die binnen een straal van 10 km van hun werkplaats wonen (vroeger 5 km)of 60% van hun arbeidstijd thuis werken, kunnen ook het huurgeld en de kapitaalaflossingen en interesten van hun hypothecaire lening financieren met het mobiliteitsbudget! Dit is een heel welgekomen netto extraatje voor veel werknemers en is met stip de populairste keuze in het mobiliteitsbudget.
Pijler 3: cash
Het deel van het mobiliteitsbudget dat de werknemer niet heeft gebruikt voor bestedingen in pijler 1 en/of 2 wordt in één keer uitbetaald in cash, samen met het loon van januari van het daaropvolgende jaar.
Dat bedrag wordt eerst verminderd met een bijzondere werknemersbijdrage van 38,07%. Dit percentage komt neer op een gemiddeld tarief van belasting op gewoon loon, zijnde 13,07% socialezekerheidsbijdragen en 25% bedrijfsvoorheffing.
Met die bijdrage worden sociale rechten, zoals pensioen, opgebouwd - met uitzondering van het recht op jaarlijkse vakantie.
Voorwaarden en invoering
Ben je getriggerd om met het mobiliteitsbudget van start te gaan? In deze blogs lees je wat je concreet moet doen om het mobiliteitsbudget in te voeren en welke voorwaarden zijn verbonden aan de invoering.