01 september, 2019

Over auteursrechten, winstpremies en COVID-19

Over auteursrechten winstpremies en COVID 19

De FOD Financiën biedt een hele resem steunmaatregelen aan voor ondernemingen die hinder ondervinden tijdens de coronacrisis. Een heel belangrijke steunmaatregel voor veel KMO’s is het algemeen uitstel van betaling van de bedrijfsvoorheffing voor 2 maanden. Maar wat betekent dit praktisch voor mij?

Belangrijk om weten: wat is dat eigenlijk, de bedrijfsvoorheffing? En wat is dan de roerende voorheffing?

Situering

Als een maandelijks voorschot op de finale belasting van iedere werkende Belg, situeert de bedrijfsvoorheffing zich binnen de personenbelasting en kan ze dus nooit binnen de vennootschapsbelasting vallen.

De personenbelasting is de belasting die ieder jaar geheven wordt op de inkomsten van Belgische rijksinwoners. Er bestaan evenwel vier categorieën van inkomsten:

  1. inkomsten uit onroerende goederen (bv. kadastraal inkomen en huurinkomsten);
  2. inkomsten uit roerende goederen (bv. interest op bankrekeningen, dividenden op aandelen, inkomsten uit intellectuele eigendomsrechten,…);
  3. beroepsinkomsten (bv. loon, pensioen, werkloosheidsvergoedingen, woon-werkvergoedingen,…);
  4. diverse inkomsten (bv. winsten uit de deeleconomie, meerwaarden, toevallige winsten,…).

Deze vier categorieën hebben elk hun eigen systeem en tarief, maar vormen allemaal samen de ‘personenbelasting’.

Betekenis van de steunmaatregelen voor de werknemer

Op de derde categorie, de beroepsinkomsten, rust een bedrijfsvoorheffing. Dit is om te voorkomen dat de werknemer op het einde van het jaar een enorme som inkomstenbelastingen zou moeten betalen (en omdat Vadertje Staat gedurende het jaar ook al inkomsten uit belastingen nodig heeft natuurlijk). De bedrijfsvoorheffing is dus een maandelijks voorschot op de jaarlijkse inkomstenbelastingen, die ingehouden wordt op het loon van de werknemer en die betaald wordt aan de Schatkist door de werkgever. Deze inhouding is een wettelijke verplichting voor de werkgever en gebeurt op het maandelijks brutoloon van de werknemer, na aftrek van RSZ-bijdragen.

De steunmaatregel van uitstel voor de betaling van bedrijfsvoorheffing heeft dus geen invloed op de werknemer. Deze krijgt sowieso het bedrag van bedrijfsvoorheffing nooit in handen. Het wordt immers rechtstreeks betaald door de werkgever aan de Schatkist.

Betekenis van de steunmaatregelen voor de werkgever

Waar de steunmaatregel geen invloed heeft voor de werknemer, heeft die net wel een invloed op de werkgever. Deze laatste heeft nu dus twee maanden langer de tijd om de bedrijfsvoorheffingen van al zijn werknemers te storten aan de Schatkist. Zo wordt de deadline van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de maand februari verlengd naar 13 mei i.p.v. 15 maart. Hetzelfde geldt voor de bedrijfsvoorheffingen van de maand maart (deadline wordt 15 juni i.p.v. 15 april). Voor de periodes vanaf april zijn de gewone termijnen (en boetes voor laattijdigheid) terug van toepassing.

Deze steunmaatregel wordt automatisch verleend aan alle werkgevers in België.

Door deze steunmaatregel zal de werkgever dus over een (groot) extra bedrag aan cash beschikken in tijden van schaarse inkomsten om zijn onderneming draaiende te houden en bepaalde dringende facturen te betalen. Let op: uitstel betekent geen afstel! Hetzelfde bedrag moet dus wel betaald worden, alleen wat later.

Wat met auteursrechten en winstpremie?

Vergoed je als werkgever je werknemers voor auteursrechten of winstpremie (dit zijn absolute winners qua fiscale optimalisatie, lees de Payflips blogs over auteursrechten en winstpremie)? Dan is het heel belangrijk dit te kunnen situeren.

De inkomsten uit auteursrechten en winstpremie zijn inkomsten uit roerende goederen, en dus de tweede categorie inkomsten (zie hierboven). Op auteursrechten en winstpremie rust een roerende voorheffing, eveneens als voorafbetaling op de uiteindelijke inkomstenbelasting. De werkgever betaalt deze voorheffing ook verplicht aan de Schatkist, nog voor het geld de werknemer bereikt.

Het is belangrijk te weten dat de inkomsten uit roerende goederen en beroepsinkomsten een heel apart fiscaal systeem vormen, met andere tarieven en aangiftes, die los van elkaar bestaan.

Als we hier dan terugkoppelen naar de COVID-19 steunmaatregelen van de FOD Financiën, gelden de steunmaatregelen enkel voor de bedrijfsvoorheffing – en niet voor de roerende voorheffing. De roerende voorheffing op auteursrechten en winstpremie moeten dus tijdig betaald worden.

De logica achter dit besluit is de volgende. De overheid wil bedrijven steunen in de kern van hun werking: de kost van de lonen van werknemers wordt tijdelijk verminderd en uitgesteld naar later zodat de werkgever iets meer ruimte heeft voor andere betalingen en niet in een faillissement zou sukkelen. De bedrijfsvoorheffing speelt in het middenveld en is alomtegenwoordig: elke werknemer die een loon ontvangt, betaalt in principe de bedrijfsvoorheffing.

Roerende voorheffing is daarentegen in het algemeen veel minder aanwezig in het middenveld van onze economie en is daarom niet het voorwerp van een steunmaatregel.

Heb je nog vragen over de steunmaatregelen of je loonfiscaliteit in het algemeen? Of wil je zelfs in tijden van crisis je werknemers extra belonen met een winstpremie? Contacteer Payflip via info@payflip.be en wij helpen je graag verder!


Raak je maar niet uitgelezen?